BIJ12 publiceert ‘ondermaats’ onderzoek over verkeersslachtoffers bij reeën
Wageningen University & Research (WENR) deed in opdracht van BIJ12 onderzoek naar het verminderen van verkeersslachtoffers onder reeën. Daarbij werden in een periode van vier jaar (2019 – 2022) twee maatregelen getoetst in de praktijk: maatwerkbeheer en een virtueel hekwerk. In het onderzoek is van beide maatregelen de effectiviteit niet aangetoond. Erik Koffeman van de Faunabeheereenheid Gelderland zat in de klankbordgroep van het onderzoek en ‘is teleurgesteld in het onderzoek’.
De populatie reeën in Nederland neemt al jaren toe. In het midden van de vorige eeuw waren er nog ongeveer vijfduizend reeën, in 2023 was dit aantal gestegen naar ruim 130.000. De groei van het aantal reeën en de toename van verkeer leidt tot meer verkeersslachtoffers onder reeën: naar schatting 10.000 tot 15.000 per jaar. Koffeman: “In Gelderland hebben we een serieuze uitdaging met de grote aantallen reeën. We hebben in de Achterhoek de grootste populatiedichtheid van Nederland. Maar dit onderzoek brengt ons niet dichter bij een oplossing.”
Kansrijk
BIJ12 liet twee methodes in de praktijk onderzoeken: maatwerkbeheer en een virtueel hekwerk. Beide methodes waren van tevoren verkend op haalbaarheid en daarbij als kansrijk beoordeeld. Bij maatwerkbeheer wordt de reeënpopulatie verkleind door afschot in smalle stroken langs de weg. Een virtueel hekwerk bestaat uit sensoren in wegbermen, die geactiveerd worden door de koplampen van naderende voertuigen. Vervolgens wordt een licht- en geluidsignaal afgegeven richting de berm en het achterland, dat dieren moet afschrikken om de weg over te steken.
Bovenstaande afbeeldingen zijn afkomstig uit het onderzoeksrapport van WENR
Geen daling
De conclusie van WENR is dat voor zowel maatwerkbeheer als een virtueel hekwerk geen significante daling van het aantal aanrijdingen met reeën is aangetoond. Beide methodes zorgen niet voor een afname van het aantal reeën rond de weg en in de berm, of het aantal keer dat reeën de weg oversteken.
‘Slecht uitgevoerd’
Koffeman snapt wel waarom het onderzoek niet het verwachte resultaat heeft opgeleverd. “Het onderzoek is kwalitatief onvoldoende uitgevoerd. De locaties waren niet goed gekozen, de Wageningen Universiteit had de studenten die betrokken waren bij het project niet op orde en een deel van de tijd lagen de zogenoemde ‘sporenbedden’ naast de weg er ook niet goed bij. Aan dergelijke ondermaatse onderzoeken hebben we niets.”
Bekijk hier de publicatie over het onderzoek.
